Bezienswaardigheden in Parijs

Le Notre Dame

Inleiding:
De Cathédrale Notre-Dame de Paris (Onze-Lieve-Vrouwekathedraal van Parijs) is een imposante, in vroeggotische stijl opgetrokken kathedraal op het eiland in de Seine, Île de la Cité, in het centrum van Parijs. De kathedraal werd in opdracht van bisschop Maurice de Sully gebouwd in de tijd van Lodewijk VII. De eerste steen werd in 1163 door paus Alexander III geplaatst. De bouw werd in 1345 voltooid.

De geschiedenis van de Notre Dame:
De kerk werd op 27 februari 1805 verheven tot basiliek (basilica minor). Ze onderging vanaf 1845 een 23-jarige restauratie door Eugène Viollet-le-Duc, nadat ze beschadigd werd tijdens de Franse Revolutie. Sinds 1991 is er een nieuwe restauratie aan de gang die bijna beëindigd is.
De Notre-Dame is 130 meter lang. De twee niet-afgebouwde torens, die een hoogte hebben van 69 meter, kunnen beklommen worden en bieden een uitzicht over de stad. De kerk was een van de eerste gebouwen ter wereld waar de luchtbogen gebruikt werden. Het originele ontwerp bevat deze bouwkundige onderdelen echter niet. Toch zijn zij toegepast rond het koor en het schip. In de Gotiek werden dunne muren erg populair, deze zijn dan ook toegepast in de Notre-Dame, echter bij de bouw kwam men er achter dat deze dunne muren zonder externe steun niet overeind kunnen blijven staan, er kwamen scheuren in de muren en ze begonnen naar buiten te leunen door hun eigen gewicht. Als reactie begonnen de architecten steunen te bouwen rond de buitenmuren. Bij latere edities bleven deze steunen terug komen.
In de kathedraal worden drie relikwieën van Christus bewaard: de doornenkroon, een stuk uit het kruis en één van de nagels waarmee Christus gekruisigd werd.
Het boek De Klokkenluider van de Notre Dame, dat Victor Hugo in 1831 schreef, gaf de Notre Dame de Paris wereldbekendheid.
De kerk heeft een magnifiek orgel, gebouwd door Aristide Cavaillé-Coll. Dit orgel bestaat uit meer dan 7000 pijpen. Het wordt bespeeld door 3 organist-titularissen: Olivier Latry, Philippe Lefebvre en Jean-Pierre Leguay.

BronnenLogboekContactCopyright